RECENSIE: Simply Red - Blue Eyed Soul

Simply red
recensie cijfer 2020-01-19 Toegegeven, het is wel een beetje vals van Mick Hucknall en zijn muzikale collega’s om alweer een tournee aan te kondigen, terwijl het definitieve afscheid van Simply Red al diverse malen heeft plaatsgevonden. Daarentegen is er van de originele bezetting al langere tijd niets meer over. De frontman maakt al langere tijd gebruik van achtergrond- en sessiemuzikanten en heeft met het onlangs verschenen Blue Eyed Soul een prima excuus gevonden om nogmaals een rondje langs de grote podia te doen. Je kunt hem moeilijk ongelijk geven. De kaartverkoop verloopt weer uitermate voorspoedig en op de website is al beloofd dat naast het nieuwe materiaal alle grote hits voorbij zullen komen. Dat is inmiddels al een indrukwekkend lijstje geworden. In het vijfendertigjarige bestaan van de Britse band zijn de internationale hitlijsten menig maal bestormd met pakkende pop, waarin de lichte soulvibe en de klassieke funkelementen altijd aanwezig waren. In aanloop naar de release van het voorlaatste album, nu al ruim vijf jaar geleden, verklaarde Hucknall het geluid van de band het beste te kunnen omschrijven als ”Blue Eyed Soul”, zichzelf op dat moment nog niet bewust van een mogelijke titel voor een verzameling met nieuwe liedjes, zoals die vorige maand is verschenen. Alle tracks zijn door hem zelf geschreven en voor het opnemen werd gebruikt gemaakt van Mark Knopfler’s British Grove Studio in Londen.

Echt verrassen doet de band niet meer op dit twaalfde album, maar opvallend is de vocale kwaliteit van Hucknall die na al die jaren nergens aan kracht lijkt te hebben ingeboet. De rauwe randjes zorgen ervoor dat het nooit te gelikt wordt en zo wordt een eenvoudig stukje tekst als dat van het funky ‘Ridin On A Train’, waarin Hucknall een alledaagse treinreis omschrijft, plotseling een niet zo alledaagse ervaring, maar een doorleefde trip. De inspiratie lag duidelijk heel dichtbij en vrijwel altijd voor het oprapen. Zo bezingt hij zijn liefde voor zijn dochter in ‘Sweet Child’, maar ook is daar ‘Complete Love’, dat aanvankelijk de werktitel ‘When I Die’ kende, waarin hij terugblikt en zich realiseert dat zijn leven op dit moment vrijwel volmaakt lijkt. Het is een gevoelige ballad waarin een duidelijke invloed van Sam Cooke en zeker ook van Nat King Cole te vinden is. Vaak lijkt de zanger voort te borduren op zijn prachtige soloalbums, waarin hij al eens de muziek van Bobby ‘Blue’ Bland vertolkte en later nog eens parels uit de American Songbook oppoetste. Nu kan daar ook James Brown aan worden toegevoegd en horen we Hucknall zelfs grommen en krijsen in het groovende ‘Ring That Bell’ en het uptown-funky ‘Don’t Do Down’, waarin hij zich duidelijk zeer op zijn gemak voelt.

Op ‘BadBootz’ wordt nog even alles uit de kast gehaald en is daar plots het besef dat Mick Hucknall als zanger nog altijd garant staat voor een uniek en zeer oprecht geluid. Of het nieuwe fans zal opleveren is maar de vraag. De liefhebbers van het eerste uur kunnen het album echter blind aanschaffen en zich onderhand al gaan opmaken voor het veertigjarig jubileum van de zanger en zijn vrienden.
Recensent:Jeroen Bakker Artiest:Simply Red Label:Sony BMG Music Entertainment
ronaldgoedemondt

Ronald Goedemondt - Dedication Ronald Goedemondt begon zijn carrière als onderdeel van het populaire...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP ARTIEST OF LABEL